Spel van de maand

Bekijk elke maand een  nieuwe leskaart!

Extreme Jeu de boules

De naam zegt het al: jeu de boules maar dan extreem. Ben jij vaardig genoeg om te mikken in een veld vol obstakels? Vanaf uitdagende startplaatsen? En op verschillende wijzen? Dan scoor je vast veel punten binnen deze vorm van jeu de boules. Veel plezier!

Botsautootjes

Vandaag zijn we allemaal botsauto’s! Tijdens deze stoeivorm voor kleuters leren ze met hun romp andere spelers te sturen. Je handen en voeten blijven op de mat. Lukt het om de andere spelers van de mat te krijgen? Dan volgt voor hen het parcours.

Maze runner

Tijd om naar buiten te gaan! Toon jouw voetbal skills in Maze runner. In deze estafette & dribbelvorm gaat het er om, zo snel mogelijk uit het doolhof te komen. Maar let op! Nauwkeurigheid is even zo belangrijk. Dat scheelt weer rennen aan het eind!

Extreme jeu de boules

Het leren zo dicht mogelijk bij een voorwerp te mikken, onder hinder van obstakels en opdracht.

Play Video
Toelichting

Maak twee groepjes van 4-6 spelers. Samen gaan ze een extreme versie van ‘jeu de boules’ spelen. Binnen één groepje zit de helft van de spelers bij team rood, en de andere helft bij team groen.

De rode hoepel is de startplaats vanaf waar ze gaan gooien. De eerste speler gooit het gele pittenzakje het veld in. Net als bij jeu de boules proberen ze nu het pittenzakje van hun kleur zo dicht mogelijk bij het gele zakje te gooien. Na elke ronde bepaalt het verliezende team het volgende startpunt. Het winnende team mag het gele pittenzakje naar een nieuwe plaats gooien.

In plaats van een vrije baan, staat het veld nu vol met obstakels. Deze maken het lastiger maar bieden ook volop mogelijkheden!

Kijk voor de regels en uitbouw bij de groepen.

Benodigdheden
  • 1 wandrek
  • 1 dikke mat
  • 1 bank
  • 1 kast
  • 1 bok
  • 1 korf
  • 2 hoepels
  • 18 pittenzakjes (2 gele, 8 groene, 8 rode)
Aandachtspunten

Let op! Er spelen twee groepjes binnen het veld. Ben je niet aan het gooien? Ga dan zoveel mogelijk aan de rand van het veld staan. Houd bij het kiezen van nieuwe posities rekening met het andere team.

Stimuleer creativiteit in het plaatsen van het pittenzakje en startplaats. Zo kun je gooien vanaf de bank, bok of uit het wandrek, zolang het maar veilig blijft! Bepaal afhankelijk van het niveau van jouw groep hoeveel vrijheid je ze kan geven.

Heb je ander materiaal beschikbaar? Bouw dan een eigen veld!

Groep 3 & 4

De teams gooien om en om, dus één van rood en dan één van groen. Het team waarvan het pittenzakje het dichtst bij de gele ligt, wint de ronde. Welk team wint als eerste 3 ronden?

Uitbouw: start het spel eens andersom. Eerst legt een team het pittenzakje neer. Vervolgens legt het andere team pas de hoepel neer. Zo kom je in situaties waarin het zakje nog lastiger te bereiken is.

Groep 5 & 6

De teams gooien om en om, dus één van rood en dan één van groen. Als iedereen heeft gegooid wordt gekeken hoeveel pittenzakjes er dichterbij liggen dan de dichtstbijzijnde van het andere team. Dit is het aantal punten dat het winnende team krijgt. Welk team heeft als eerste 10 punten?

Uitbouw: het winnende team mag ook de manier van gooien bepalen. Bijvoorbeeld: onder je poortje door, terwijl je de andere kant op kijkt of staand op één been.

Groep 7 & 8

De teams spelen volgens de officiële regels: het team dat het gele zakje gooit, gooit daarna als eerste hun eigen zakje. Vanaf dat punt is het team dat het verste weg ligt steeds aan de beurt. Het kan dus zijn dat één team meerdere keren achter elkaar mag gooien.

Als iedereen heeft gegooid wordt gekeken hoeveel pittenzakjes er dichterbij liggen dan de dichtstbijzijnde van het andere team. Dit is het aantal punten dat het winnende team krijgt. Welk team heeft als eerste 10 punten?

Uitbouw: naast de startplaats mag het winnende team ook de route bepalen. Bijvoorbeeld: het pittenzakje moet via de korf, onder de bok door of via dit vak in het wandrek gegooid worden.

Botsautootjes

Het met de romp leren sturen van de tegenspeler zonder daarbij zelf de controle te verliezen.

Play Video
Toelichting

Vijf spelers starten in de hoepels. De rest van de groep is een botsauto!

Botsauto’s strijden op de matjes. Ze bewegen zich op handen en knieën. Het doel is om de andere spelers van de matjes te duwen. Je handen en knieën blijven op de mat, duwen kan dus enkel met je romp.

Raak je de grond buiten de matjes? Stap dan door de lintjes, spring over de hoedjes en balanceer over het touwtje. Neem nu plaats in de hoepels. Zijn de hoepels vol? Dan mag de voorste speler het veld in!

Benodigdheden
  • 4-5 matjes
  • 5 hoepels
  • 1 springtouw
  • 2 hoedjes (pittenzakjes)
  • 3 lintjes
Aandachtspunten

Varieer in het aantal hoepels, afhankelijk van de snelheid van het spel, het aantal beschikbare matjes en de grootte van de groep.

Maak dit spel makkelijker

Door minder matjes te gebruiken. Zo is er voor de tegenspeler minder ruimte om weg te bewegen van het contact.

Ook kan je kiezen voor het creëren van twee kleine veldjes. Zo zijn er minder tegenspelers om op te focussen.

Maak dit spel moeilijker

Raak je met iets anders dan jouw knieën, voeten of handen de mat? Dan ben je uit balans gebracht! Ook nu moet je het speelveld verlaten.

Maze runner

Het met de voeten leren sturen van een bal in verschillende richtingen (dribbelen).

Play Video
Toelichting

Maak van stoepkrijt twee of meer doolhoven, afhankelijk van het aantal kinderen (één doolhof per vijf kinderen).

De spelers dribbelen in estafettevorm door het doolhof heen. De bal mag niet over de lijnen rollen. De speler zelf mag wel over de lijnen heen stappen. Komt de bal toch over een lijn? Dan moet dit team 1 pion omver leggen.

Nadat alle spelers van het team terug zijn van het dribbelen moeten ze per pion die omver ligt nog drie keer om het hoedje en terug sprinten (met het hele team). Het team dat als eerste weer stilstaat bij de start, wint het spel.

Benodigdheden
  • Stoepkrijt
  • 3 pionnen per team
  • 1 voetbal per team
  • 1 hoedje per team (of een pion / stip van krijt)
Aandachtspunten

Probeer de teams zo in te delen dat ze gelijkwaardig zijn. Wissel na elke ronde de teams iets door elkaar.

Groep 3 & 4

Maak de paden van het doolhof drie stoeptegels breed, dit is ongeveer 1 meter. Elke speler heeft 1 leven, dit betekent dat de bal eenmaal over de lijn kan zonder dat de pion om gaat. De kinderen gaan op de heenweg door het doolhof, draaien om het hoedje en schieten de bal naar de volgende speler. Vervolgens lopen ze buiten het veld terug.

Groep 5 & 6

Maak de paden van het doolhof twee stoeptegels breed, dit is iets meer dan een halve meter. De spelers gaan op de heenweg door het doolhof. Ze keren om het hoedje en dribbelen terug naast het doolhof.

Groep 7 & 8

Maak de paden van het doolhof twee stoeptegels breed, dit is iets meer dan een halve meter. De spelers dribbelen op de heenweg met het rechterbeen, keren om het hoedje en dribbelen met het linkerbeen terug